zondag 25 januari 2015

3e jaars stage

Had ik al verteld dat ik begonnen ben met mijn 3e jaars stage? Sinds 5 januari loop ik mee met mevrouw F. in haar V2 en V1 klassen. We werken daar met de methode Biologie? Zelf doen! En ik moet eerlijk bekennen: het is niet een methode waar ik mij prettig bij voel... En wat het is weet ik niet precies. Is het de strak omlijnde studieplanner? of toch de wijze waarop het boek geschreven is? Ik weet het niet, alleen dat ik er heel gestrest van wordt. Ik heb nu 3 dagen meegekeken, waarbij ik geprobeerd heb om een kijkvenster opdracht te maken (observatie van een leerling en het maken van een handelingsplan) maar ik merk dat het me nog niet zo lukt. En nu? Gewoon beginnen dan maar...

Vorige week maandag had ik een gesprek met mijn vakcoach, mevrouw T. En daaruit kwam naar voren dat ik wat onzeker ben (eh ja) en perfectionistisch (eh ja). Ik moet wat trotser op mezelf zijn... En begrijp me goed, ik BEN trots op wat ik doe en de vakken die ik haal maar ik zie ook dat er nog zoveel gedaan moet worden en dus stap ik daar snel overheen want er moet gewerkt worden...

Gelukkig kwam ze ook met veel nuttige tips.
  • Koppel je kijkvenster opdracht aan de mentor van de klas en loop eens een dag met die klas mee. 
    • Overleg met mentor welke ll
    • Bespreek je bevindingen met ll en ouders 
  • Probeer aan de zorgleerlingen te differentiëren (oh hier ligt nog een stresspuntje voor mij)
    • Denk aan niveau, manier van lesgeven en de opdrachten
  • Onderbouw je lessen met de theorie
    • Onderwijskunde
    • Vakdidactiek
  •  Onderzoek voor deze stage: RTTI/OBIT
    • Denk er om: het hoeft niet een heel groot onderzoek te worden!
    • Het gaat om hoger orde denken
    • Vergelijk toetsen van verschillende methodes of van verschillende RTTI methodes (bloom, OBIT oid)
    • Is het wel wetenschappelijk onderbouwd?
    • Doel is dat je je eigen handelen kan toetsen en laten zien
  • Probeer je studieplanner te koppelen aan stageopdrachten
    • nummer de lijst
    • Wanneer ga je het doen
    • kun je de PO van Scheikunde ergens voor gebruiken?
  •  Probeer in je blog meer reflecties te stoppen (zie de start van deze blog: ik vind reflecteren)
    • Specificeer de competenties waar je aan gewerkt hebt. (daar was ik langzaam mee begonnen aan het einde van de stage, daar kan ik dus mee verder gaan)

dinsdag 20 januari 2015

Avondlezing: Insecten... wie het kleine niet eert

Dan kom je wat later aan in de lezing zaal en dan zie je nog snel een plekje vooraan. Niet nadenken, nee gewoon gaan zitten. Waar gaat deze lezing eigenlijk over, denk je nog...


De lezing die wij kregen was bijna hetzelfde als het filmpje hierboven. Wat ik het meest interessant vond was dat we dus over, pak hem beet, 30 jaar wel insecten moeten eten. Want onze wereldbevolking groeit. En vooral de landen die in ontwikkeling zijn groeien en worden rijker. Bij rijker worden hoort meer eten, en dan bedoelen we natuurlijk meer vlees eten. De gemiddelde westerling eet 80(!) kilo vlees per jaar. De amerikanen eten ongeveer 120 kilo per jaar en iemand en spanje eet 50 kilo vlees per jaar. Als we als wereldbevolking dus groeien en er moet meer vlees geproduceerd gaan worden om ze te voorzien van vlees zitten we met een probleem. Dan hebben we meer landbouwgrond nodig.Wel 70% meer landbouwgrond. Waar halen we dat vandaan? En waarom hebben we zo ontzettend veel meer landbouwgrond nodig als we vlees willen produceren? Heel simpel: Voor 1 kilo koe is 10 kilo voer nodig, en luister goed, ik zeg een kilo koe, niet vlees!!! Voor diezelfde 10 kilo voer kan ik 9(!) kilo insecten produceren!

Maar dat is nog niet alles... want waar blijft die 9 kilo voer die we aan een koe geven? Die gaat niet zomaar in rook op, als je dat soms dacht! Nee die 9 kilo voer wordt door de koe verteerd en wat doen we met voedsel waar we alles uitgehaald hebben dat we nodig hebben? JUIST dat poepen we uit! De koe produceert dus 9 kilo mest. En broeikasgassen, en ammoiak... Die sprinkhanen daar en tegen, produceert dus maar 1 kilo mest, broeikasgassen en ammoniak... Lijkt me een gewonnen zaak voor de insecten toch?

Maar waarom is het dan zo moeilijk voor ons westerlingen, en ja daar bedoel ik ook mijzelf mee, om insecten te gaan eten? Dat komt doordat er nog steeds een hele grote IEUW!!! factor aan zit! Want even terug naar de avondlezing...

Daar zit je dan vooraan, en je ziet dat de kok bezig is met dingen klaar te maken. Daar sta je eerst niet bij stil maar langzaam komt het besef.... Dat gaat hij natuurlijk uitdelen! En waar zit ik... JUIST vooraan! Eerst denk ik nog, zal ik weigeren? Maar gedurende het praatje raakte ik wel geïntrigeerd door de geuren die er waren en natuurlijk ook door het verhaal van Marcel Dicke. En dan staan ze ineens voor je neus! Ik pak het bordje aan en kijk ernaar.... Er ligt een hartige taart met gemalen meelwormen voor me met daarboven op een sprinkhaan en wat gebakken krekels. Maar er zit ook een soort lolly met meelwormen bij en een bitterkoekje met meelwormen. Ik neem voorzichtig een hapje van de harige taart met een krekeltje. Hmm eigenlijk is dat krekeltje wel lekker, knapperig maar niet heel uitgesproken van smaak. De sprinkhaan is het volgende dat ik proef, en ook die is wel lekker! Hij smaakt naar de marinade waarin hij gebakken is en ook erg knapperig. Ondertussen wordt ik uitgebreid gefilmd wat ik totaal niet doorheb omdat ik zo bezig ben met mijn bordje en de smaaksensatie die het heeft. Ik kan zeggen: ik vond het zeker niet vies en ben blij dat ik vooraan mocht zitten om het uit te proberen. Wie weet maak ik in de toekomst nog eens insecten!

Nog een weetje: Wist jij dat je elk jaar 500 gram insecten eet? In al het geproduceerde voedsel zit stiekem wel een klein beetje insect, dat is namelijk toegestaan door de voedsel en waren wet!!!!

maandag 19 januari 2015

Workshop eigen school en COCO

Allereerst: toen ik mij aanmeldde bij het congres had ik aangegeven dat ik graag met een van mijn collega's op de kamer wilde slapen. Maar aangezien we met een oneven aantal waren lukte mij dat niet. Ik ging dus met een vreemde op de kamer. Vooraf kreeg ik een email van haar waarin ze zich voorstelde en of we een keer tijdens de conferentie konden afspreken. In dezelfde mail vroeg ze ook of wij werken met Coco. Ik had geen idee wat ze bedoelde...

Coco is dus een lesmethode dat gebaseerd is op context en concept (of andersom). En dat kende ik wel want dat doen ze bij ons in de HAVO en VWO bovenbouw (voor biologie dan). Dat betekent zo'n beetje dat je leerlingen bijvoorbeeld een casus geeft van een patiënt en dat ze uit moeten zoeken wat zijn ziekte betekent en alle processen die daarbij van belang zijn gaan "ontdekken" als het ware.

Zo komt de workshop Swachmann of Anorexia voor in het curriculum van de VWO bovenbouw. Leerlingen leren zo via natuurwetenschappelijke methode werken, en ze moeten uitzoeken wat alles doet. (Swachmann is een ziekte waarbij de alvleesklier geen verteringsenzymen aanmaakt) Ze moeten dus uitzoeken wat enzymen zijn, wat de alvleesklier doet, wat de enzymen doen etc...

De docenten moesten het practicum dat de leerlingen doen voor dit concept. Erg grappig want ook docenten weten niet wat ze moeten pakken en zijn niet specifiek. Dus voor het practicum alles pakken behalve de te testen stof! Maar ook wij hebben er weer van geleerd doordat andere docenten er even kritisch naar gekeken hebben.

Wat ik verder leuk vond aan deze workshop is het Coco werken. En wat ik me gelijk afvroeg: is dit ook mogelijk in de onderbouw? Dus wie weet heb ik wel een leuk onderwerp voor mijn Lio gevonden.

Kun je coco ook toepassen in de onderbouw Mavo/ Havo/ VWO?

aan de andere kant vind ik deze ook leuk: Is eduscrum iets voor onze school? ;)

HoBeeBox: Haal de bij in uw klas

Ik wilde deze workshop volgen omdat ik een onderwerp zocht voor het onderzoek van de stage. Voor mij was het een keuze tussen de RTTI en de bijen. De bijen leken mij vooral leuk omdat het toch een biologisch onderwerp is.

Heel veel van wat we eten is afkomstig van bijen (lijst van planten die door bijen worden bestoven) zowel direct als indirect. Dus de kiwi die ik voor het ontbijt gegeten heb is bestoven door een bij, zonder hem geen kiwi. maar ook het bakje yoghurt dat ik vanochtend heb gegeten is uiteindelijk bestoven door de bij.... Huh? hoe kan dat nou hoor ik je denken. Ik zal het uitleggen.

Yoghurt wordt gemaakt van Melk. En wie maakt Melk? Juist de Koe! En nee de koe wordt niet bestoven door de bij maar... En let nu goed op: wat eet een koe? JUIST gras, klaver, mais etc... En in elk geval de klaver wordt bestoven door de bij. En dus is de bij medeverantwoordelijk voor het bakje yoghurt dat je eet.




Ik dacht vooraf dat je een bijenkorf op school zou moeten hebben staan maar dat is niet zo. Ze hebben op dit moment een 7-tal elektronische bijenkorven die voorzien zijn van camera's, temperatuur sensoren, luchtvochtigheidssensoren, weegschaal, etc... Dit wordt allemaal vastgelegd en is vrij toegankelijk op www.beecareful.hobos.de Je kunt de korf live bekijken maar ook van een jaar geleden of van 3 jaar geleden.  Op de oude site is ook lesmateriaal te vinden (www.hobos.de) in het Engels en Duits. 

Tijdens de workshop ben ik nog niet overtuigd van de bruikbaarheid in de onderbouw. Daar zou ik me eens in moeten verdiepen. Maar daar heb ik nu eigenlijk geen tijd voor.... 


Eduscrum: Samenwerking die vleugels geeft

Dit was een workshop waar ik echt enthousiast van werd! Maar ik vind het erg moeilijk om uit te leggen hoe het precies werkt.Ik zal het toch proberen...

Scrum is een manier van project matig werken die is ontwikkeld binnen de IT. Scrum is eigenlijk afkomstig uit de rugbysport. Bij een scrum probeert een team samen een gezamenlijk doel te bereiken, samenwerking is dus heel belangrijk. De teams moeten snel kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Het uitgangspunt is om samen intensief, met veel plezier en met veel resultaat samen te werken.

Bij eduscrum staat het leren centraal: er wordt efficiënter en effectiever geleerd, er wordt beter samen gewerkt en je leert jezelf beter kennen. Teams worden gevormd op basis van aanvullende kwaliteiten.

Maar het is echt te lastig om uit te leggen: vandaar het filmpje van de bedenker: Willy Wijnands


Ik vond het in elk geval een zeer leuke workshop en ik wil het zeker meenemen als iets wat ik kan gaan doen als ik straks klaar ben met de studie!

Toetsen: van cijfer tot inzicht. Werken met RTTI

1e Workshop: Toetsen: van cijfer tot inzicht.


Ik wist/ realiseerde me van te voren niet dat dit gegeven werd door de methode Biologie voor jou. Dus een gedeelte van de workshop was een verkooppraatje van BvJ (en wij werken met Nectar).
Maar omdat ik geïnteresseerd was in het verhaal achter RTTI (Reproductie, Toepassen 1, Toepassen 2 en Inzicht) ben ik toch gegaan. Dat gedeelte van de workshop was ook echt wel interessant. Maar wat is dat nou?
RTTI geeft inzicht in de opbouw van de toets en het geeft inzicht in het cognitieve niveau van de leerling. Maar waar staan de letters dan voor? En belangrijker: wat houdt dat dan in?

De R staat voor Reproduceren. Het letterlijk uit het boek geleerde komt terug in de toets. Dus als er in het boek staat dat het hart een grote spier is dan kun je op de toets een vraag verwachten als: Wat is het hart? Of is het hart een A: orgaan, B: Spier, C: Cel of D: Liefde. 

De eerste T staat voor Toepassen 1: Het toepassen in een bekende situatie. Vaak zijn dit vragen die al geoefend zijn tijdens de les of in het huiswerk. 

De tweede T staat voor Toepassen 2: Hierbij krijgen leerlingen een nieuwe context en moeten ze zelf verbanden kunnen leggen tussen de nieuwe gegevens en de leerstof. Hierbij moeten ze zelf een oplossingsstrategie bedenken. Leerlingen leren denken op het hoogste abstractie niveau. 

En de I staat voor Inzicht: Bij deze vragen moet de leerling zelf de context en de methode structureren om tot een antwoord te komen. 

Ik kan genoeg vragen bedenken bij de R en T1, dit zijn dan vaak ook de makkelijkere vragen, maar het wordt moeilijker bij de T2 en I vragen. We hebben ermee geoefend en op zich kun je wel T2 en I vragen bedenken maar hoe classificeer je ze? Is het een T2 of I vraag? etc.. 

Ik vond het wel een interessant onderwerp en dus ga ik eens kijken of ik daar mijn onderzoeksopdracht aan kan geven voor komende stage.


NIBI conferentie



Afgelopen vrijdag en zaterdag was er de NIBI conferentie (NIBI = Nederlands Instituut voor BIologie), mijn eerste conferentie EVER! Ik had geen idee wat ik kon verwachten en had me voor een aantal workshops ingeschreven die me interessant leken, helaas kreeg ik niet in alles mijn eerste keuze dus zaten er ook een paar onverwachte workshops bij. De workshops die ik toegewezen kreeg waren:

Vrijdag:

  • Startlezing: Feiten en Fabels over gezonde voeding
  • Toetsen: Van cijfer tot inzicht (wat is RTTI gegeven door de methode biologie voor jou)
  • Eduscrum: Samenwerking die vleugels geeft (eduschrumnederland.nl)
  • Science on stage (science-on-stage.eu
  • Avondlezing: Ecosysteemdiensten van insecten: Wie het kleine niet eert
Zaterdag:
  • Ondersteund bij de workshop van meneer V, Swachmann of Anorexia?
  • HoBeeBox: Haal de honingbij in uw klas
Ik ga proberen in het kort weer te geven wat de workshop/lezing inhield en wat ik denk dat ik eraan heb gehad.

Startlezing:
Ik moet heel eerlijk zijn, ik weet niet meer precies waar het over ging... Ik heb gezien dat ze 10 "vrijwilligers" naar voren riepen die eerst een citroen moesten proeven en daarna een snoepje moesten eten (de mirakelbes) en daarna weer een citroen moesten eten. Het grappige hiervan was dat eerst de citroen natuurlijk zuur is maar nadat ze het snoepje gegeten hebben smaakte de citroen heel erg zoet. Nu blijkt dat de mirakelbes een eiwit bevat, miraculine, die de eigenschap heeft om zich te binden aan je smaakreceptoren. Alles wat dan zuur smaakt wordt zoet. Wel stoer toch?

Verder moest iedereen een stripje PTC opeten. Daarna werd er gevraagd bij wie hij bitter smaakte en bij wie niet. Ongeveer 70% van de aanwezigen proefden het PTC, dus bitter, maar 30% proefde niks. Deze smaakervaring is genetisch bepaald. Vond ik ook erg grappig en met mij mijn collega's dus dit wordt er waarschijnlijk een voor de open dag.

En ik kan me iets over een onderzoek naar playmates en ideaal beeld herinneren. Ten eerste is er dus een genie geweest om van alle playmates het BMI te bepalen(!) en ten tweede heeft die daar de normale vrouw tegen uit gezet. En wat blijkt? Hoe dunner de playmates worden hoe dikker wij worden! Shocking eigenlijk...

En wat ik ook erg schokkend vond is dat de Nederlandse kinderen veul maar dan ook veul te weinig groenten binnen krijgen... 40 gram per dag! 40 gram groenten eet een gemiddeld Nederlands kind van 7-12 jaar oud! En dat is toch echt wel veel te weinig! Want de standaard ligt op 80 gram (maar is nog steeds erg laag) en die zou eigenlijk op 120 gram moeten liggen.... Dan ga je toch even kijken  naar je eigen kinderen. Krijgen die wel genoeg binnen? Soms wel denk ik dan maar, maar soms ook niet... Oh ja en aardappels zijn ook groente!

De workshops ga ik even in aparte berichten bespreken